18 mei 2014.
De linde is hol vanbinnen. Een kabouterboom met een enorm gat in de kern van zijn stam, een holte die tientallen jaren diep is. Daardoor lijkt het wel of hij verschillende stammen heeft. Dikke stammen die onderaan samen de bast vormen van een stronk waar je met vier gestrekte armen nog niet rond raakt.
Pepe staat erbij en vertelt. Hoe hij, toen hij nog een jongen was, hier kwam spelen. De linde stond bij de kruising van twee veldweggetjes, waarvan er nu slechts een is overgebleven: het pad waarover zijn kleinkinderen die ook mijn kleinkinderen zijn, 's ochtends naar school fietsen, de andere kant op, waar ze op hun banken groeien in wijsheid en jaren.
Pepe kijkt guitig. In die boomholte heeft hij zich als kind nog vaak verstopt, zegt hij. Zo groot was het gat toen al en zo klein was hij toen nog.
Pepe glimlacht en zwijgt. Hier kwam hij zijn leven lang voorbij, hier heeft hij zijn armen om zijn meisje geslagen. Dat vertelt hij niet, Pepe gebruikt weinig woorden. Hij wijst. Wat verderop is hij geboren; ginds heeft hij met Meme een huisje gebouwd; dáár hebben zijn kinderen werk gevonden; híér, een paar meter verder, woont zijn jongste. Op deze plek, bij de linde, staat Pepe op het kruispunt van zijn leven. 83 is hij. Morgenvroeg maakt hij voor onze kleindochters het ontbijt klaar.
29 april 2015.
Ik fiets voorbij en zie dat de linde zwaar gehavend uit de winter is gekomen. Met moeite kan hij nog één stam overeind houden.
Gisteren is Pepe gestorven, André Van Assche, 84 jaar.
1 mei 2015