De ándere toegangspoort tot de Eulaliakerk is recenter en nog niet dichtgemetseld.
Berdún, dat ook wel Canal de Berdún heet, heeft blijkbaar niets te maken met Verdun, al zal de modale Spanjaard dat misschien op dezelfde manier uitspreken, en ik zag er ook geen kanaal - tenzij de vallei van de Aragón wordt bedoeld. Het dorpje ligt helemaal aangestampt tegen een solitaire heuvel. Je ziet hem van ver staan in de vlakte, een synclinale heuvel nog wel. Dat is een leuk weetje, want die syncline begon als een depressie ten gevolge van de opstuwing van de Pyreneeën, toen het afzettingsmateriaal waaruit het terrein bestond plaatselijk tot een dal werd samengeperst en daardoor minder gemakkelijk ging eroderen dan de omgevende anticlinale heuvels waarvan het materiaal juist werd opengerokken. De heuvels erodeerden weg en de dalen bleven staan, zodat wat eerst lager lag dan zijn omgeving, er nu bovenuit torent. Het huidige landschap is het negatief van wat het enkele miljoenen jaren geleden was.
Zulke verhalen zijn de bonus die je krijgt wanneer je tijdens de siësta rond de Eulaliakerk in Berdún kuiert. In de schaduwstraatjes hoor je honden krabbend en wel tegen de binnenkant van de voordeuren opblaffen. Op het centrale plein, dat je hier bezwaarlijk plaza mayor kunt noemen, zit één man. Hij probeert door de met kraallinten bespannen deur de barjuffrouw naar buiten te lokken om voort te discussiëren over niets.
Van de overige 394 inwoners van Berdún valt niets te bekennen. Op dit lome uur is er in Berdún geen kat op straat, behalve dan de straatkatten.