Almagro, een stadje in La Mancha, heeft een van de wonderlijkste Plaza's Mayor van Spanje, met groen geverfde houten verdiepingen en een nog intacte Corral de Comedias uit de 17e eeuw. Allemaal best aardige, razend interessante en cultureel-historisch verantwoorde pareltjes.
Maar om de hoek ligt dit pleintje.
Het is niet eens verkeersvrij en toch domineert hier nachtelijke stilte, alsof ik in gestolde tijd door de straten van mijn kinderjaren loop, waarvan ik dacht dat ze voorgoed midden in de vorige eeuw waren opgeborgen. Het is niet echt een plein, meer een verbreding van de straat, met een paar oude gevels, statige poorten en in het midden een indrukwekkende lantaarn. Allemaal dingen die ik in mijn straat heb gemist, ik weet het, en de kasseien liggen ook in een heel ander patroon. En toch hoor ik mijn vader naast mij door het naoorlogse Gent stappen. Om wakker te blijven knijp ik in zijn hand terwijl een late bries door mijn krullen speelt. Als ik mijn ogen tot een spleetje knijp, spint het licht van de lantaarn vanzelf die wonderlijke draden waar ik me als kind over bleef verbazen.