De verrekijker van Kees van Kooten ligt hier voor me. Het is een aardig boekje dat ik straks met plezier ga lezen. Natuurlijk heb ik de omslag al besnuffeld. Een goede cover is een aperitief die de leeslust scherpt en geuren en kleuren laat aanwaaien. Hij zet onze rechterhersenhelft aan het werk, waar empathie en intuïtie ontstaan, weet u nog. Onderschat de rol van kleur niet. Deze cover zit wat dat betreft goed met zijn pastel van olijfgroen en goudgeel. En dan is er nog iets. Iets wat zulke hoge verwachtingen schept dat ik ze nu even opschrijf om te zien of ze straks uitkomen. Bekijkt u eens de foto op het achterplat (het prentje staat hieronder links), en vergelijk hem even met de cover (het prentje ernaast - hou de muis boven de foto's om ze te vergroten).
(Ja, hier staan onbeschaamd foto's waarop ongetwijfeld een © rust. Citaatrecht. Als dat niet mag, halen we ze weer weg en moet u zich dat boekje aanschaffen. Het is gratis).
Ziet u het? Dat kapsel, en vooral die scheiding? Die is niet alleen aandoenlijk 20e-eeuws, ze zit op een van de foto's ook aan de verkeerde kant: jawel, ze zit twee keer links, maar voor Kees zelf is dat rechts op de achterplat-foto en links op de coverfoto, want daar zien we hem in de spiegel. Misschien hadden de typografen last met de lay-out van de cover en hebben ze de foto dan maar gespiegeld. Wat het geworden was als ze dat niet hadden gedaan kunt u zien op het derde prentje hierboven (het verschijnt pas als u hier nu even klikt). Nu, die uitleg is toch te eenvoudig, zelfs als je niet achterstevoren kunt lezen. Er moet een andere verklaring zijn, daar kun je van Kooten op vertrouwen.
De cover suggereert dat we Kees op de rug zien, terwijl hij hard zijn best doet in de spiegel naar het tafeltje te kijken dat voor hem en voor ons staat, met daarop die verrekijker waarom het allemaal te doen is. De blik van de gespiegelde Kees is wat getroebleerd: hij kijkt een beetje vreemd, precies zoals je dat van een spiegelbeeld kunt verwachten. Dan zit namelijk de asymmetrie die elk gezicht heeft ineens aan de andere kant, en zoiets merkt onze rechterhersenhelft meteen. (Dat geldt overigens niet voor ons eigen spiegelbeeld, omdat we onszelf vooral uit de spiegel kennen, tenzij je een tv-persoonlijkheid bent, want tv-camera's spiegelen niet. En wat is Kees vooral? Aha! Klik die derde illustratie maar weer weg.)
Goed. De suggestie van de cover is dat Kees en wij in die spiegel kijken. De modale lezer, u bijvoorbeeld, kan daar vrede mee nemen. Maar dat kan niet kloppen, zoals de achterplatfoto laat zien en overigens ook de vele andere foto's die het web op eenvoudig verzoek produceert: de van Kooten-haarscheiding zit altijd keurig aan dezelfde kant (rechts voor hem), ze heeft daar ook altijd gezeten, al schoof ze soms wat op naar het midden en staat er soms een pruik bovenop. (Op die foto's rust ongetwijfeld ook een ©, wat het verleidelijk maakt ze hier allemaal onder het citaatrecht te publiceren, maar zo gek mag het ook weer niet worden. U moet maar zelf mijn bronnen controleren; het is gratis). En dan is er nog dat dagboek op het tafeltje achteraan, met een schuin oplopende handgeschreven titel die we helaas niet kunnen lezen, maar die qua bladspiegel beter klopt dan zijn spiegelbeeld.
De conclusie is eenvoudig: u en ik worden bedot. De camera fotografeert Kees niet op de rug voor de spiegel, maar frontaal. Kees staat in de realiteit, terwijl hij verbaasd in onze richting kijkt, zijn blik bevreemd omdat hij ons, of toch minstens de fotograaf, doorheen het glas ziet staan, achter zijn spiegelbeeld.
Kees van Kooten is de eerste die erin is geslaagd, allicht tot zijn eigen verwondering, als personage niet zélf in de spiegel te verdwijnen (dat deed Alice al zo vaak), maar zijn lezers in de spiegel te vatten.
Daar zitten wij dan, gevangen in de spiegel van de werkelijkheid. Wat we zien is echt, wat we zijn is gespiegeld. Dat zit niet comfortabel, averechts is des duivels, zegt het bijgeloof. Maar van Kooten heeft er vast een bedoeling mee zelf realiteit te blijven en ons tot fictie te verheffen. Die bedoeling zal ik nu ontdekken, want nu ga ik lezen. Het is u bekend dat we dat hoofdzakelijk met onze linkerhersenhelft doen, maar die zit nu ineens aan de rechterkant, waar vroeger ons intuïtief begrip zat, en bij van Kooten de haarscheiding. Laten we maar eens verder kijken.