Vliegenzwammen
|
Er staan veel paddenstoelen in de tuin deze herfst. Elk jaar zijn ze weer met meer, de vliegenzwammen en de zwavelkoppen, en de kleinkinderen zijn er dol op. Om te vermijden dat ze er ook dol ván worden, ruimen we ze samen op (de paddenstoelen). Zij (de kinderen) jagen de tuin af, ik verzamel; zij geven commentaar, ik geen uitleg, want van zwammen blijk ik niet zo veel te weten. Maar wel dit: elk jaar sterven er mensen door de verkeerde paddenstoel te eten. Het helpt niet - er sterven er niet genoeg om te beletten dat we blijven aangroeien. Elk jaar zijn we weer met meer.
Tienduizenden jaren zijn we erin geslaagd ons in het ecosysteem van onze planeet te integreren, onopvallend te leven, een beetje zoals mycelium, maar dan bovengronds. We voedden ons met de vruchten van de aarde, leefden in evenwicht met onze predatoren en onze prooien, schonken ons afval terug aan de aarde. Dat evenwicht is nu weg. Dat kunnen we in folders van milieubewegingen lezen, maar dat hoeft niet: we weten het goed genoeg, want het is precies wat we willen. Dat leven van vroeger, met zijn ontberingen en ziektes, kindersterfte en tandpijn, dat is toch niets voor ons. We zijn onderhand slim geworden, we hebben fysica gestudeerd, de landbouw uitgevonden, de vrije markt en kernsplitsing. (Misschien sla ik nu stappen over - ook in het overslaan hebben we ons bekwaamd). Maar het voorlopige resultaat is niet mis: ons mycelium draagt vrucht. Over de hele aarde zijn wereldsteden als zwammen ontsproten; overal staan er heksenkringen met industrieparken. Ze verspreiden onze sporen tot in de verste hoeken van continenten, oceanen en de atmosfeer (het is maar wat je een hoek noemt).
We streven een nieuw evenwicht na. Dat zal een aanpassing vragen van de hele planeet, ja, dat beseffen we. Geen nood, de biologie leert ons dat het genetisch materiaal op de planeet krachtig genoeg is om zich aan zulke snelle wisselingen aan te passen, al zullen individuele soorten onvermijdelijk voor de bijl gaan. De soorten met de kleinste genetische wendbaarheid komen het eerst aan de beurt. Complexe zoogdieren bijvoorbeeld. Mensen. We proeven van onze eigen hallucinogene paddenstoel, en in de roes denken we: even doorbijten nu.