Dat heeft hij weer knap geflikt, die Koen Fillet, gisteren in Nieuwe Feiten. Dat is een radioprogramma op Radio 1, waarin een expert, of anders toch iemand die iets zinnigs te vertellen heeft, iets zinnigs mag vertellen over een actueel onderwerp. Het bijzondere is dat de expert (en mét hem/haar ook de luisteraar) niet per se van koers hoeft te worden geslagen door de presentator. Erger nog, de presentator helpt om bij de feiten te blijven, zonder gebakkelei over wie wie een vlieg afvangt. Behalve natuurlijk die ene keer, wanneer het onderwerp is: vliegen afvangen. Maar dat is niet wat ik wou zeggen.
Gisteren was een van de onderwerpen een jongen van zestien, Shouryya Ray heet hij, die eindelijk een analytische oplossing heeft gevonden voor een al 300 jaar uitstaand wiskundig probleem: een differentiaalvergelijking die de baan beschrijft van een voorwerp dat je omhoog gooit. Als je geen rekening houdt met de luchtweerstand is de oplossing bekend (een parabool, dat leerde u op de middelbare school), maar het algemenere probleem, mét luchtwrijving, staat al sinds de tijd van Newton op het verlanglijstje van kleine en grote wiskundigen. Maar dat is evenmin wat ik wou zeggen.
Wat er dan zo mooi was, gisteren: de manier waarop Koen het onderwerp inleidde: "Ik ga u maar één keer waarschuwen: we gaan het over wiskunde hebben". Hoe hij in één trek onze aandacht had en tegelijk zijn professionele plicht deed met dat woordje waarschuwen. Daarin zit alles besloten. Het enige wat radio- en tv-presentatoren moeten doen wanneer ze over exacte wetenschappen, en al zeker wanneer ze over wiskunde berichten, is: waarschuwen en verontschuldigen. Excuseer ons, beste luisteraar, we doen het niet graag, maar het zal pijn doen.
Dat is zo bepaald in de deontologische code van radio- en tv-presentatoren. Waarom? Omdat de meeste mensen iets wiskundigs "toch" niet begrijpen, en dat ook niet willen.
Die meeste mensen hebben niets met het binaire talstelsel, maar ze kennen natuurlijk wel de bevoegdheden van de respectieve kamers van het federale parlement. Ze stoppen hun oren voor een heldere uitleg over de vierkleurenstelling, maar ze weten alles van de vale kleuren die Luc Tuymans prefereert. Ze willen geen duiding over de chaostheorie maar de schommelingen van de Nikkei 225 hebben geen geheimen. Ze huiveren van Fibonacci maar vallen voor de gulden snede. (Mijn excuses, dat was een instinker: wie wil weten wat de gulden snede is, komt snel de getallenrij van Fibonacci tegen).
Die meeste mensen vonden wiskunde een rotvak op school. Aardrijkskunde en Franse grammatica waren dat niet, rotvakken, dat blijkt uit televisiespelletjes. Voor wiskunde moet je aanleg hebben; voor tekenen, scheikunde en turnen gelukkig niet. Wiskunde is abstract, daarvoor moet je slim zijn, wat voor andere vakken een contra-indicatie is. Popzangers en voetbalspitsen zeggen het op tv. Zuid-Amerikaanse hoofdsteden kunnen ze gemakkelijker onthouden dan de cosinusregel. Let wel: kúnnen, niet dat ze dat ook doen.
Voor die onbevredigende toestand heeft zo'n meeste mens een remedie: levenslange schaamte, vermomd als trots. Kijk eens hoe stoer, ik begrijp niets van wiskunde. Zie, ik heb het gemaakt in het leven, want ik was gebuisd voor algebra. Dat is ook de houding die sommige presentatoren zich geven wanneer ze een wetenschapper in hun studio hebben. Dank u wel, professor, voor uw interessante uitleg, al moet ik bekennen dat wiskunde mijn ding niet is, maar dat ligt aan mij. Zo iemand zegt natuurlijk ook dat hij niets van politiek snapt, kunst niet begrijpt of filosofie maar niks vindt. Of, ik durf het amper te suggereren, dat hij niet weet dat je op een vals plat moeilijk met een sjaspatat het gat kunt dichtrijden.
Blijkbaar is exacte wetenschap een terrein waarvoor we zo'n ontzag hebben dat het bon ton is om met je onkunde te paraderen. Daarom voeden we de luisteraar op tot handelingsonbekwaamheid, sporen we hem aan tot intellectuele luiheid, maken we hem medeplichtig aan de verbanning van wetenschappers naar hun torens, alsof er geen verbod ligt op het verhandelen van ivoor.
Gelukkig begint in de media een nieuwe wind te waaien, die ik met deze karikatuur graag wat aanblaas. En voor de duidelijkheid, ik reken Koen niet tot dat type presentatoren. Ik verneem uit doorgaans goed ingelichte bron (met name, mezelf) dat hij een brede interesse heeft in het hele Griekse alfabet wetenschappen en dat hij niet koketteert met zijn intellectuele lacunes, hoewel die ongetwijfeld aanzienlijk zijn. Maar zelfs hij acht het nodig een wiskunde-onderwerp met een excuus in te leiden.
Dat heeft hij toch maar mooi gedaan.
30 mei 2012